Mond open… en dan?

De kracht van woorden en de gewoonte van dankbaarheid

van Joyce Meyer
Leestijd: ca. 4 minuten

Er zijn van die thema’s die we eigenlijk meerdere keren per jaar zouden moeten horen. Eén ervan is zonder twijfel: de mond.

De gave die God mij heeft gegeven, zit in mijn mond — maar het is tegelijkertijd ook jarenlang mijn grootste struikelblok geweest. Ik was een klager, kritisch en altijd gericht op wat er misging. En ik had geen idee hoeveel schade dat aanrichtte in mijn leven.

Wat we zeggen doet ertoe. Elk woord dat we uitspreken heeft kracht: het is óf opbouwend of afbrekend, levend of dodelijk. Dus of we nu klagen of danken, zeuren of zegenen — onze woorden beïnvloeden lichaam, ziel én geest.

Stel jezelf vandaag de vraag: Heb ik vandaag geklaagd? Of ben ik dankbaar geweest?

Klagen of danken – het is zó belangrijk

Laten we eerlijk zijn: klagen is gewoon zonde. Het berooft ons van vreugde en verpest de sfeer voor iedereen om ons heen.

In Efeziërs 4:29 roept Paulus ons op om geen vuile of nutteloze taal te gebruiken. Ik wist vroeger niet dat klagen daar ook onder viel — maar inmiddels weet ik: mopperen maakt je leven vies. Het vervuilt je denken én je omgeving.

“Echt dankbare mensen hebben geen tijd om te klagen.”

Sta even stil bij hoe snel jij geïrriteerd raakt. Hoe snel je moppert als je in de file staat of moet wachten bij de kassa. Of hoe vaak je opmerkingen maakt over anderen: je gezin, je collega’s, je vrienden. Klaag je over je werk? Terwijl je God juist zou kunnen danken dat je een baan hébt?

Een dankbare houding is de beste start van je dag. Wie dankt, moppert minder. Dankbare mensen hebben simpelweg geen tijd om zich op het negatieve te focussen.

Bescherm het zegel van de Heilige Geest

Als je verder leest in Efeziërs 4:29–31, ontdek je nog iets belangrijks. Harde woorden, kritiek of geroddel bedroeven de Heilige Geest. En diezelfde Geest heeft ons “verzegeld” — Hij beschermt ons vanbinnen.

Ik stel me dat soms voor als een ziplock-zakje. Zolang het goed afgesloten is, blijft het brood erin vers. Maar als de sluiting losraakt, komt er lucht bij en wordt het brood snel oud.

Zo is het ook met ons geestelijk leven. Als we de Heilige Geest respecteren door zuiver te spreken, blijven we geestelijk fris en krachtig. Maar als we Hem bedroeven met negatieve woorden, raakt ons ‘zegel’ verstoord.

Laat klagen los – voed je geloof

In Filippenzen 2:14 staat: “Doe alles zonder morren of tegenspreken.” Dat is een uitdaging! Maar het is wél een opdracht. Niet om te doen alsof problemen niet bestaan, maar om te kiezen voor een dankbare levenshouding, ondanks alles.

👉 Probeer dit eens: voordat je ’s avonds gaat slapen, bedenk dan drie dingen waar je dankbaar voor bent. En begin je ochtend op dezelfde manier.

Denk aan ‘kleine’ dingen: een parkeerplek vinden, op tijd wakker worden, kunnen lopen of horen, gezonde kinderen…

En als je faalt? Laat je niet ontmoedigen. Oefen verder. Nieuwe gewoonten kosten tijd. Maar hoe vaker je oefent in dankbaarheid, hoe sterker je erin wordt.

En vergeet dit niet: als je bidt en God antwoordt — wees dan niet stil. Zeg dank je wel. God verlangt ernaar dat we Zijn goedheid erkennen. Net als een ouder blij wordt van een dankbare reactie van een kind, wordt Gods hart geraakt door onze dankbaarheid.

Dankbaarheid maakt je relatie met Hem dieper, rijker, zoeter.

Laat je mond een bron van leven zijn. Niet van kritiek, maar van genade. Niet van mopperen, maar van lofprijs. Daar begint verandering — in jou én om je heen.